Mijn foto
42 x WERELDKAMPIOEN Liefhebber van het kweken van kleurkanaries (ook zebravinken en gouldamadines) en het creëren en ontwikkelen van nieuwe kleuren. Ieder jaar opnieuw iets nieuws, mooier, anders! The FINEST CREATIONS noemde eens een Engelsman mijn vogels. In het Italiaans: I CREATURA PIU ATTRAENTA en dat klinkt nog mooier. Contact: constant@vansanten.it

maandag 13 oktober 2014

Open brief aan alle Kleurkanarieliefhebbers


“QUARZO en MOGNO”

Ik maak thans deel uit van het Comité Directeur van de Confederation Ornothologique Mondial. Al meer dan 25 jaar neem ik deel aan COM Wereldkampioenschappen en heb de structuren van de regelgeving van de kleurkanaries mij volledig eigen gemaakt.

De manier waarop gedacht wordt, de manier waarop de standaard logischerwijze is opgebouwd en wordt gehanteerd.

Deze zomer in een bespreking met de OMJ, het onderdeel voor de keurmeesters en technische zaken binnen de COM, moest ik constateren dat geheel van de logische regelgeving werd afgeweken en de al bestaande onduidelijkheden binnen de kleurkanarie liefhebberij zeer werd bevorderd.

Ik ga even terug naar een vijfenveertig jaar geleden. Kwam regelmatig bij een kennis in Veenendaal, die kleurkanaries kweekte. Vele nieuwe kleuren en combinaties daarvan. Een absolute voorloper in de ontwikkeling van de nieuwe kleuren binnen onze kanariesport. Aldaar kwam ik vogels uit de zwarte groep tegen die zeer grijs in presentatie waren. Zelfs deze poppen hadden geen bruin! Ik had niet veel geld want was nog een tiener, maar kon toch zo’n vogel verkrijgen. Het is mij helaas niet gelukt om deze te laten kweken. Het vervullen van de Militaire Dienstplicht was een grote handicap in deze.

De meeste, en misschien wel allen, van deze vogels werden door een handelaar/kweker uit Frankrijk, Dhr. Ascheri, opgekocht en onder meer naar Zuid Europa doorverkocht.

In Italië werd in de tachtiger jaren met agaat mozaïek vogels gekweekt, die evenmin nog bruin hadden en zeer helder van uiting waren. Dit karakter van de vogels werd naar andere kleuren van vogels overgeheveld. Geleidelijk ontstonden er meer en meer kleuren met heldere uitingen zonder bruine phaeo melanine. Zelfs bestond er in Italië een klasse van gepigmenteerde rood-ogen volledig gemelaniseerd maar zonder uiterlijke kleur. Dit waren vogels die naast hun normale kleur een tweetal factoren hadden: een die de bestreping weg muteerde (de phaeo actor) en een die de phaeo weg muteerde. Zie later meer.

Deze vogels kweekten wij ook regelmatig uit de kweek van bijvoorbeeld Agaat mozaïeken en agaat pastel mozaïeken. Sommige kwekers hielden deze vogels in de kweek omdat men dacht dat deze voor de heldere uitmonstering zorgden en anderen selecteerden deze vogels uit.

In begin van de negentiger jaren werd vanuit Spanje, door verschillende kwekers in Europa, Onyx kanaries aangeschaft veelal in de zwarte reeks. De Onyx mutatie was bij de heer Bernardino Yeves in Spanje ontstaan en door de heer Bellver Lorenz verder ontwikkeld. Wij probeerden deze mutatie over te hevelen naar Bruin en Agaat. Vanuit de na-kweek van de agaat kweek met Onyx, verkregen wij vogels in de zwarte groep met een opmerkelijk heldere ondergrond en zeer contrasterende bestreping. Ik zelf selecteerde deze vogels uit, omdat deze het criterium van de Zwarte reeks niet bij zich droegen. Van de Zwarte reeks werd immers een optimale oxydatie van de melanine gevraagd. Een optimale aanmaak van het zwart in de bestreping en een optimale aanmaak van de kleur in de ondergrond en vermenging met het lipochroom.

Als het Bruin (phaeo) weg valt dan wordt niet alleen de ondergrond lichter maar ook de lipocroomkleur die een vermenging met de phaeo op dat moment mankeert.

Anderen gingen door met de kweek van deze heldere vogels in de zwarte reeks. Door het grotere contrast en het afwezig zijn van bruine phaeo werden deze vogels door vele keurmeesters zeer hoog beoordeeld en zowel op Wereldkampioenschappen als op de Landelijke kampioenschappen scoorden deze vogels vaak hoog. 

De eigenschap van deze vogels en die van de heldere agaten of de vogels die daar van afkomstig waren, bleek, dat de bestreping intensiever van kleur was (dus meer melanine bezat) en dat zij steeds meer pigment aanmaakten.

Inmiddels was deze factor overgeheveld naar Isabellen, Satinetten, Eumo’s, Topazen en noem maar op. Het pigment van de vogel werd talrijker en het pigment begon meer en meer vanaf de snavel terwijl de flanken steeds beter bezet werd door bestreping.

De invoering van de Internationale standaard voor de kleurkanarie hield ook een andere uiting van de vogels in. Er werd om meer bestreping gevraagd en bij de Zwart- en Bruin reeks moest deze zelfs ononderbroken lang en van maximale breedte zijn. Beide maximaal geoxideerd.

De agaten en Isabellen onderbroken en kort maar wat breder en duidelijker dan voorheen. Het onderbroken karakter sloot precies aan op het karakter van de reeds eerder genoemd helder makende factor. Ook in de Zwart reeks waren deze heldere Zwarten veelal meer onderbroken. Later bleken de heldere Bruine ook meer onderbroken.

Deze factor zorgde er intussen voor dat de keurnormen werden verschoven. Minimale phaeomelanine in een kleur werd GEEN phaeomelanine. De completere pigmentering hield een kritischer beoordeling op dat punt in.

MAAR DAAR GING HET WEL MIS!

Men ging gemuteerde vogels beoordelen alsof het niet gemuteerde vogels waren. Men ging zelfs de standaard van een klassieke vogel wijzigen aan de hand van de gemuteerde vogels.

Zo werd in Italië voorgesteld, dat de poten van de klassieke agaat vogel helder, zonder melanine uiting moest zijn. Ietwat gemelaniseerde poten of wat donkerder nagels werden niet toegestaan ondanks dat er een maximale uiting van het pigment gevraagd werd. Volledig op kop en flank aanwezig en maximaal zwart in de bestreping. De Agaat Rood Mozaïek en de Agaat Geel Mozaïek hadden de factor inmiddels op de Agaat Witte vogel overgebracht. Deze kreeg een witte bijtint in plaats van de lichtgrijze bijtint, ontstaan door een beetje phaeo gecombineerd met een blauwfactor en wat intensiviteit die een egale compacte kleur op leverde. Het pigment werd echt zwart, volledig compleet en het contrast optimaal. Een hele mooie vogel, maar niet meer beantwoordend aan de standaard, geen klassieke agaat witte meer maar een mutant.

De goede Agaat Rode en Agaat Gele vogels moeten voor de juiste lipochroomkleur nog steeds dat beetje phaeo enzovoorts blijven bezitten en zijn veelal nog steeds klassiek. Maar hebben wel licht gemelaniseerde poten en nagels. Omdat dit nog de klassieke vogels zijn. De Technische commissie van de kleurkanaries in Italië heb ik gevraagd, mij een goede Agaat Rode of goede Agaat Gele te tomen met de door hen gevraagde heldere poten en nagels. Het is hen nog niet gelukt mij deze te presenteren.

Wij als liefhebbers zitten er wel mee dat deze regel, geheel tot ongenoegen van de noordelijke landen, in de OMJ is overgenomen.

Deze mutatie heeft, als aangegeven, veel goed gedaan voor wat betreft de helderheid, het contrast en de toename van de tekening op onze kleurkanarie. Maar wij hebben het wel over een mutatie. Een mutatie welke eerst in Italië MONO-melanine genoemd werd en in Spanje vanaf de negentiger jaren AZUL. Zo langzamerhand hebben wij de term AZUL overgenomen. Niet te verwarren met AZURO wat in Italië staat voor blauw(factor). In Duitsland had men het over DER BOBBELTE OPTISCHE factor als alternatief voor de enkele optische factor zijnde de aloude blauwfactor(of structuur ). Deze benaming was nog meer verwarrend, immers er was niets optisch aan maar gewoon een keihard werkende factor.

Goed, wij weten inmiddels dat het een factor is die geen phaeo toont, een meer completere –en intensievere- bestreping heeft en steeds meer bestreping aan maakt. 

Dat karakter werd derhalve ook naar andere mutatie vormen overgeheveld. Vanuit de klassieke agaat naar de agaat opaal.  Wij zagen een meer grijs pigment, completer en meer contrastrijk. Eerder al genoemd de Topaas, de Satinet, de Eumo. Maar nu ging die ook in combinatie met Zwart Onyx en Zwart Opaal. Door de standaard wijziging dat de Onyx in de ondergrond zo zwart mogelijk moest zijn, zijn  verschillende kwekers daar ondertussen van afgestapt. Maar bij de Zwart Opaal werd de zilvergrijze bestreping eerst grijs, daarna donkergrijs en op dit moment nagenoeg zwart. Dit in combinatie met die talrijkere bestreping enzovoorts. De Intensievere bestreping (verzwarting in dit geval) hield ook in dat de donkerder bestreping niet meer in contrast stond met het mutatiekenmerk van opaal dat de ligging van de melanine naar de onderkant van de pennen is gegaan. Door deze gelijkmatiger verdeling van de melaninen in de (grote) veer kon de bevedering ook strakker blijven dan bij de opaal met een donkerder onderkant en een lichtere bovenkant van de veer.

De Zwart Opaal in combinatie met de AZUL factor werd de QUARZO. Vanzelfsprekend ontstond ook de Bruin Opaal met de AZUL factor. De bestreping was markanter maar was niet meer grijsachtig. Deze werd licht bruin iets roodachtiger aan doend. Eind vorig jaar op een internationale COM tentoonstelling te Torremolinos in Spanje bleek al meer dan 80% van de Bruin Opaal vogels met AZUL te zijn. In Brazilië noemt men de Bruin Azul Opaal “MOGNO” naar de mahonie achtige kleur van de bestreping.

De QUARZO als de MOGNO kenmerken zich wel als vogels die een zeer brede bestreping hebben. Soms slechts drie brede rijen op het dek. Wij als kanarie liefhebbers zijn gek op nieuwigheden en proberen elke uitdaging ter hand te nemen zo ook deze ontwikkeling in onze vogelliefhebberij.

In de aanhef van dit artikel gaf ik aan, dat ik gewend ben geraakt in de denkpatronen van de COM/OMJ. Zo accepteert men bij de kleurkanaries geen MUTATIECOMBINATIE. Iets wat bijvoorbeeld een Zebravinken liefhebber als “volledige gekte” zou bestempelen. Deze zijn bezig met tripels, quattro’s en quintetten!

Enfin, bij de kleurkanaries dus geen mutatiecombinaties waardoor een zeer mooie en herkenbare kleur als de ZWART PASTEL OPAAL niet gevraagd wordt. Tijdens de komende COM Wereldkampioenschappen 2015 te Rosmalen zullen echter ter erkenning van de kleur MOGNO de eerste presentatie aan de keurmeesters, Technische Commissie en publiek plaats vinden. De procedure voor de erkenning van de MOGNO is door Brazilië aangevraagd. Later zou de QUARZO door Italië worden aangevraagd en ook die procedure gestart worden.

Dat snap ik helemaal niet meer. Eerst hebben wij het hier over een mutatie combinatie van OPAAL en AZUL en ten tweede spreken wij over een gelijke kleur; een in de reeks zwart en de ander in de reeks Bruin. Normaal is dat hetzelfde  evenement in de kleur als EEN procedure wordt gehanteerd. Of dat nu een mutatie van Topaas (in zwart, agaat, bruin of isabel) of Jaspes (in Zwart Bruin of Agaat) is, alle procedures omvatten de mutatie en in dit geval dus “combinatie” daarvan.

Ook wordt de naam meestal toegekend aan de mutatie in de hoofdreeks (dus zwart) en niet in een van de andere groepen (zoals bijvoorbeeld bruin).

Deze afwijking van het beleid in de OMJ, heeft echter niet het gevolg, dat men in de OMJ van het standpunt , dat men geen mutatie combinaties wil, af stapt. Dat is voor de liefhebberij geen duidelijk beleid.

Ook moet men duidelijkheid gaan verschaffen in al die kleurvormen die thans met de AZUL factor voorkomen en naar het keurgedrag daar wel gewenst zijn. Men gaat nu een vorm van de AZUL factor erkennen. Maar is men nu dan ook niet verplicht deze factor in die andere kleuren te erkennen?

Wat te doen met de Agaat Rood Mozaïek, de Agaat Geel Mozaïek, de Agaat Wit?

Wat te doen met de Isabel Rood Mozaïek, de Isabel Geel Mozaïek, de Isabel Wit?

Wat te doen met de Agaat Pastellen?

Wat te doen met de Isabel Pastellen?

Wat te doen met de Agaat Opalen?

Wat te doen met de Isabel Opalen?

Wat te doen met de Topazen?

Wat te doen met de Eumo’s?

Wat te doen met de Jaspe?

En ga zo maar door.

Het gaat mij er niet om, dat wij al die mooie kleuren die met de AZUL factor zo prachtig tot uitdrukking komen, terug met phaeo moeten brengen. Het gaat mij er wel om dat men met duidelijkheid moet komen. Wat te doen met dit fenomeen. De AZUL factor die reeds verweven is in onze gehele liefhebberij.

Het gaat mij er om, dat wij de mutatie AZUL moeten erkennen en beschrijven zodat de liefhebbers met dit element kunnen omgaan en in het denkpatroon opnemen. Dat hierdoor de zaak weer overzichtelijk wordt en bij vaststelling der standaard geanticipeerd wordt op de factoren die bij een kleur aanwezig kunnen of moeten zijn!

Vanzelfsprekend is een klassieke Agaat Rood Mozaïek, met een beschrijving in de standaard “dat deze zo min mogelijk bruine phaeo moet hebben”, in tegenstelling tot een Agaat AZUL Rood Mozaïek, “welke geen phaeo mag tonen”, een onuitvoerbare zaak. Door het bestaan van het fenomeen AZUL, zullen wij wel kunnen beschrijven dat deze of die kleur het beste tot uiting komt met of zonder de AZUL factor.

Zulke zaken biedt de liefhebber veel vastigheid en duidelijkheid. Wij kunnen niet zeggen dat de liefhebber dat zelf maar uit dient te vinden. Blijft natuurlijk dat er AZUL vogels zijn die apart wel degelijk in het vraagprogramma kunnen worden opgenomen, zoals de Agaat AZUL Witte en dergelijke.

De verwevenheid van de AZUL factor bij onze kleurkanarie liefhebberij vraagt derhalve om een heroverweging van hetgeen wat wij in de afgelopen decennia hebben laten liggen. Daar is niets mis mee, maar zal zeker tot meer duidelijkheid voor kweker en keurder leiden.

Ik wens u veel succes en plezier met de kanarieliefhebberij.
 
Wilt u reageren, dan kan dat via email constant @ vansanten.it (spaties voor en na @ weghalen)